In het koninkrijk Agrabah, in het mythische Arabi , waar het altijd zinderend warm is, woont de dappere en slimme straatjongen Aladdin samen met het ondeugende aapje Abu.
Hij heeft een droom die steeds weer terugkeert. Eens zal hij rijk zijn, en in net zo'n prachtig paleis wonen als dat van de koning en zijn beeldschone dochter Jasmine.
In het paleis leeft prinses Jasmine tussen hoop en vrees. De koning wil haar uithuwelijken. Maar geen van de prinsen die haar het hof probeert te maken, verovert haar hart. Ze wil alleen trouwen met iemand van wie ze houdt. De koning is ten einde raad. Hij gaat zelfs zo ver om de sluwe grootvizier Jafar, als kandidaat naar voren te schuiven. Ze gruwelt bij de gedachte alleen al. Ondernemend als ze is, besluit ze op een avond in eenvoudige kleren over de paleismuren te klimmen, de vrijheid tegemoet. Een ontmoeting met Aladdin zet hen beiden in vuur en vlam.
Jafar heeft inmiddels heel andere plannen. Hij heeft zijn oog laten vallen op een wonderlamp die diep verborgen ligt in de Grot der Wonderen. De lamp is bijzonder omdat hij wensen in vervulling laat gaan. Met deze wonderlamp wil hij zijn duivelse plannen uit voeren; de sultan van de troon stoten en zelf heerser worden van het koninkrijk.
Alleen iemand die veel waarde in zich heeft, als een ruwe diamant, kan deze lamp bemachtigen. Aladdin is zo iemand.
Via een list laat Aladdin zich overreden de Grot der Wonderen binnen te gaan. Misschien kan deze wonderlamp hem omtoveren tot een echte prins. Na heel veel moeite en angstige momenten lukt het hem, met de hulp van een Vliegend Tapijt, de wonderlamp te veroveren. Hij krijgt er wel de bijdehante, kolderieke Geest bij kado, die al eeuwen in de wonderlamp opgesloten zit. Aladdin's grootste wens gaat nu in vervulling. Hij verandert in een rijke prins. Nu kan hij zijn grote liefde Prinses Jasmine ten huwelijk vragen.
Als knappe en rijke prins maakt hij echter helemaal geen indruk op de lieve prinses. Vanaf hun eerste ontmoeting was ze alleen maar ge nteresseerd in de echte Aladdin, die ze in de volksbuurt van Agrabah ontmoette. Bovendien eigent de sluwe Jafar zich, bijgestaan door zijn grappenmakende cynische metgezel papegaai Iago, de wonderlamp toe. Nu mag Jafer drie wensen doen.
Wil Aladdin hen verslaan en Jasmine's hart veroveren, dan moet hij bewijzen dat hij in zijn hart een echte prins is. Met de hulp van de bijdehante Geest, zijn aapje Abu en het Vliegende Tapijt laat hij zien wat hij werkelijk waard is. Hij gaat de strijd aan met de duivelse Jafar en weet uiteindelijk te voorkomen dat de sultan en de prinses uit hun koninkrijk worden verdreven. Zo neemt Aladdin zijn lot in eigen handen. Zal hij uiteindelijk ook het hart van Jasmine kunnen veroveren?